Wat betekent VTS in Nederland
Professionals delen hun ervaringen
Door Maartje Vos-Swinkels
De Nederlandse vertaling van het standaardwerk over VTS is klaar! Het is al even geleden dat ik Philips boek las, maar wat me altijd is bijgebleven is een voorbeeld van een wiskundevraagstuk. Leerlingen wordt niet alleen gevraagd een som op te lossen, maar ook de tweede VTS-vraag te beantwoorden: Wat zie je waardoor je dat zegt? Voor mij een veel logischer vraag dan de opdracht om ‘de weg naar het antwoord ook inzichtelijk te maken’, zoals mijn wiskundedocent hem stelde.
De vertaling maakte ons als redactie nieuwsgierig naar voorbeelden uit de Nederlandse praktijk. Hoe zetten Nederlandse docenten, leerkrachten, coaches en rondleiders Visual Thinking Strategies in om hun eigen praktijk te verdiepen? We stelden deze vraag aan de VTS-community en kregen verschillende reacties, die toch ook overeenkomsten toonden.
Zelf proberen
Zo merken Angela Adank en Caroline van Houten op dat hun leerlingen enthousiast worden van het kijken naar afbeeldingen. Angela: “Voor mij is het genieten als ik die ene leerling zie, op het puntje van zijn stoel met zijn vinger omhoog, steeds zeggend: “Juf ik heb nog iets ontdekt hoor…” Of als een groepje leerlingen bij mij binnenkomt, een afbeelding ziet staan en zegt: ”Juf gaan we die vandaag doen? Yes!” Voor Caroline was het heel bijzonder dat een leerling vroeg: “Mag ik het eens doen?” De leerling mocht het VTS-gesprek faciliteren, en Caroline coachte de leerling. Het voorbereiden, faciliteren en nabespreken was niet alleen een leerzame ervaring voor de leerling, maar ook voor Caroline en de klas. Al snel wilden meer leerlingen het proberen en ontstond er een reeks waarbij leerlingen uit de bovenbouw een VTS-gesprek faciliteren voor leerlingen in de onderbouw. Caroline: ”Enkele keren heb ik in die groepen kunnen observeren. Ik hoorde hoe goed de drie VTS-vragen verankerd waren en zag dat jongere leerlingen het geweldig vonden om op deze manier ‘les’ te krijgen van oudere leerlingen.”
Een venster naar buiten
Dat Visual thinking Strategies niet alleen werkt voor kinderen, maar zeker ook voor volwassenen lezen we terug in de reacties van Barbara Meeuwig en Anna Snel. Barbara werkt voor Openbare Bibliotheek Amsterdam en nam regelmatig Taalkoppels mee naar het Stedelijk Museum Amsterdam. Een taalkoppel is een duo waarbij de een de ander helpt de Nederlandse taal te leren. De leeftijden, achtergrond en het niveau van het Nederlands verschilt per persoon. Het gesprek dat er voor Barbara uitsprong was het gesprek dat ontstond bij Cathedra, het enorme blauwkleurige schilderij van Barnett Newman. Een deelnemer die nog niet zoveel Nederlands sprak, een architectuurstudent, benoemde de kleur en zocht naar woorden om het blauw te omschrijven. Daarna zij een Marokkaanse deelnemer: “Ik kijk in het verleden”, en weer een ander herkende een eindeloze ruimte. De witte streep verf werd een uitvergroting van een regenstraal genoemd, of het contour van een venster waardoor je naar buiten kan kijken. Barbara: “De groep was geraakt. Hoe is het mogelijk om met onbekenden zo betekenisvol samen te zijn: met VTS!”
“Het leren van een taal en het uitbreiden van een woordenschat zijn effecten van VTS die de bedenkers nooit hadden kunnen voorspellen,” aldus Philip Yenawine in hoofdstuk vijf van het boek: ‘VTS, Language Development and English Language Learners’. Leerkrachten merkten dat een VTS-discussie niet alleen effect had op het spreken, maar ook op de schrijfvaardigheden van leerlingen. Yenawine noemt maar liefst vijf redenen waarom VTS en taal zo’n belangrijke invloed hebben op elkaar: er wordt ingespeeld op de oog-brein connectie, de multi-interpreteerbare eigenschap van kunst zorgt voor steeds nieuwe gesprekken en inzichten. De VTS-vragen zijn gebaseerd op de ontwikkeling van kinderen, het samenwerken met leeftijdsgenoten motiveert, en het parafraseren van de leerkracht helpt het gesprek een niveau hoger te tillen. Tot slot leert VTS aan leerlingen om betekenis te geven aan een afbeelding, en doet ze beseffen dat meerdere betekenissen naast elkaar kunnen bestaan.
Breed toepasbaar
Dr. Anna Snel werkt voor VUCA Academy in Amsterdam, waar vraagstukken die Volatiel, Uncertain, Complex en Ambigu zijn, besproken worden. Om met die vraagstukken om te gaan moeten we volgens Anna zowel dingen leren, als dingen afleren. In haar ervaring werkt VTS voor allebei. “VTS kan helpen om letterlijk verder te kijken dan je neus lang is. En om eens langer stil te staan bij wat er nu allemaal speelt. Op het eerste gezicht kleine details blijken je hele perspectief te kunnen veranderen. Als situaties VUCA zijn dan heeft niemand ‘de’ waarheid of oplossing. Niemand heeft alle benodigde kennis dus je hebt inzichten van anderen nodig. In VTS-gesprekken word je je bewust van hoe anders anderen kijken en kun je leren van de verschillen. Vertaal dat naar de verschillende belangen en meningen waar je in je werk mee te maken hebt. Het besef dat er altijd meer te ontdekken valt houdt je nieuws- en leergierig.”
Dat VTS niet alleen inzetbaar is voor het duiden van (kunst)afbeeldingen, maar ook toegepast kan worden bij het eigen maken van een (onbekende) omgeving, blijkt uit de ervaring van Florentine Peijnenburg, een van de initiatiefnemers van VTS Nederland. Haar verhaal doet denken aan dat van leerkracht Elaine Chu (in 2013 werkzaam op een Openbare Basisschool in New York City) die in hoofdstuk 3, Applying VTS to other subjects, vertelt dat ze VTS voor bijna alles gebruikt. Florentine ondervond de bruikbaarheid van VTS tijdens een wandeling met haar neef en nicht van destijds 4 en 6 jaar. Toen ze het kerkhof passeerden waar een familielid ligt begraven dat ze nooit hadden gekend, stelde Florentine voor het graf te bezoeken. Ze voelde en zag weerstand en angst en dacht: VTS!
Ze wees de kinderen op een prachtig versierd graf dat als een kleurrijk ‘hier gebeurt van alles’ beeld opdoemde te midden van het grijze, stenen landschap. “Wilden ze daar een kijkje nemen?” Florentine kende het graf, het was een bewuste ‘beeldkeuze’. Een half uur en drie graven later was het klaar. Angst en weerstand hadden plaats gemaakt voor onverschrokkenheid en willen weten. De kinderen raakten niet over hem uitgesproken, over zijn hobby's, vrienden en familie die aanwezig waren in de vorm van brieven, foto’s, autootjes, dinosaurussen en ander speelgoed. Daarna werden de omliggende graven onderzocht. Waarom was dat ene zo kaal en de steen kapot? Waarom had niemand het schoongemaakt? Zou het van lang geleden zijn? Was er geen familie meer? En die andere graven verderop, waarom waren die groter? Kortom, te veel te ontdekken, of ze nog een keertje terug konden gaan?
Het was een nieuwe ervaring die haar duidelijk maakte dat zelfs in een onbekende en ongemakkelijke omgeving VTS een veiligheid weet te creëren die de groep, de kinderen in dit geval, verder brengt. Als gespreksleider leerde het haar om vaker op VTS te vertrouwen, als houvast voor ‘knowing what to do when you don’t know.’