VTS-gesprekken met laaggeletterde anderstaligen
‘Papa komt thuis. Dit is mijn denken.’
Door Nanja Ruiter
Wat zou het effect zijn op de taalontwikkeling wanneer laaggeletterde cursisten ruim twee maanden lang een tot twee VTS-gesprekken per week zouden voeren? Ik nam de proef op de som tijdens alfabetiseringslessen met een vaste groep van ongeveer tien cursisten. De cursisten deden ervaring op met VTS en ik ontdekte wat VTS te bieden heeft voor mijn cursisten.
Mina: “Deze kleine kinderen in huis, is vast. Kan niet naar buiten. De water is hoog.”
Safiya: “Mooi huis, boom, meeuw.”
Habiba: “Dat is duif?”
Mina: “Nee meeuw, een duif is kleiner.”
Yena: “Een boot in het water.”
Sujan: “Het is nu niet. Vroeger was huis van hout. De boot is ook van vroeger ja.”
Mina: “Nu in Amerika zelfde, huis van hout. De mensen niet rijk, dezelfde huizen. Man met hoed. Een cowboy.”
Mohamed: “Amerika heeft cowboys.”
Tenzin: “In Nederland was een watervloed. Deze man helpt mensen.”
Safiya: “Misschien komt papa thuis na lange tijd, misschien van werk. Soms met vissen een of twee maanden op water. Dit is mijn denken.”
Habiba: “Geen kinderen. Misschien grote mensen thee drinken, kijken naar buiten.”
Safiya: “Ik denk ook geen kinderen.”
Tenzin: “Soms zie ik deze in ander land. Deze man heeft boodschappen met eten.”
Een fragment uit ons eerste VTS-gesprek. Ongeveer 10 volwassen cursisten namen deel aan de lessen. Ze zijn allemaal inburgeringsplichtig en komen uit landen als Nepal, China, Tibet, Marokko, Ethiopië, Syrië en Eritrea. Ze zijn in de groep begonnen als analfabeet of ze zijn geletterd in een taal die niet het Latijnse alfabet gebruikt.
Visuele geletterdheid
VTS gebruikt kunst om cognitieve en communicatieve vaardigheden en visuele geletterdheid te versterken. Deze groei vindt volgens Abigail Housen, een van de grondleggers van VTS, plaats door te kijken naar kunst van toenemende complexiteit, te reageren op vragen en deel te nemen aan groepsgesprekken.[1] Deelnemen aan VTS-gesprekken kan dus zorgen voor vergroting van visuele geletterdheid waardoor je beelden gemakkelijker juist kunt interpreteren. Dit kan cursisten helpen om met meer gemak functioneel te lezen, waar mijn cursisten veel moeite mee hebben. Veel folders en flyers hebben ondersteunende afbeeldingen en infographics die makkelijker te begrijpen zijn wanneer je beelden beter hebt leren lezen. Verder blijkt uit onderzoek dat speciale aandacht voor ‘begrijpend kijken’ een significant positief effect heeft op taalvaardigheden van studenten, waaronder schrijven.[2]
Het kiezen van betekenisvolle inhoud
Meer kenmerken van VTS sluiten aan bij effectieve werkwijzen om een tweede taal te verwerven. Betekenisvolle inhoud is zowel cruciaal bij VTS als bij succesvolle tweede-taalverwerving. Cursisten raken makkelijker betrokken wanneer de afbeelding aansluit bij hun belevingswereld. Ik wist dat mijn cursisten niet veel kunstwerken waren tegengekomen tijdens hun verblijf in Nederland en dat ze nog geen museum hadden bezocht. Om deze redenen besloot ik kunstwerken te kiezen die geschikt zijn voor Accountive viewers, kijkers in fase I volgens de theorie van Aesthetic Development, ontwikkeld door Housen.[3] Figuratieve kunstwerken met herkenbare elementen passen bij deze fase.
Samenwerkend leren en interactie hebben positieve effecten op de taalverwerving.[4] Laat VTS nu net een methode zijn waarin samenwerken en samen praten centraal staan. Tijdens de gesprekken merkte ik dat de cursisten hun woordenschat vergrootten, ook dankzij elkaars inbreng. Een cursist zei bijvoorbeeld: "Een moeder houdt kind." Een andere cursist gebruikte vervolgens het werkwoord ‘vasthouden’ en zei: "De moeder houdt een kind vast." De anderen reproduceerden het geïntroduceerde werkwoord in het verdere gesprek.
Alfabetiseringsopdrachten
Na elk gesprek volgde een alfabetiseringsopdracht. Ik vroeg de cursisten bijvoorbeeld de nieuwe woorden te noemen die ze hadden gehoord tijdens het gesprek en daarna met deze woorden zinnen te bedenken. Deze zinnen schreven ze na het eerste gesprek:
Yena: Een man in de boot.
Mohamed: Ik zie boot. Ik zie water. Ik zie boom. Ik zie huizen. Ik zie meeuw. Ik zie balkon. Ik zie drie man.
De zinnen zijn kort, de zinsconstructie is niet altijd volledig en er worden weinig bijvoeglijke naamwoorden gebruikt.
Vier gesprekken later praatten we over bovenstaande afbeelding. De cursisten maakten nu vaker volledige zinnen, onderzochten details, gebruikten voorwaardelijke taal en maakten vergelijkingen.
Ik: “Wat kunnen we nog meer ontdekken?”
Safiya: “Klaar docent.”
Habiba: “Nee niet klaar. De man heeft een mooie stropdas en overhemd. De vrouw heeft mooie schoenen. De vrouw heeft mooie bloemen, mooie oorbellen, mooi kapsel.”
Andere cursisten: “Het kind is misschien boos. De poes lijkt moe. Het kind heeft grote ogen, net als Safiya. Misschien hangt de jas van de vrouw aan de kapstok. Is het een raam of een foto? Misschien heeft de vrouw een baruka. Wat is dat in Nederlands? Pruik.”
Na het gesprek vroeg ik weer zinnen te schrijven met de nieuwe woorden. Er werden direct volledige zinnen geproduceerd, zonder nadenken.
Habiba: De man schildert de mevrouw.
Sujan: De kat slaapt lekker.
De zinnen zijn grammaticaal beter en bevatten vaker bijvoeglijke naamwoorden. De cursisten zoeken actiever naar specifieke woorden, zoals naar een woord voor een beetje boos.
Sujan: Het kind kijkt boos.
Tenzin: “Nee niet boos. Mijn zoon kijkt soms zo. Hij vindt het niet leuk.”
Ik: “Misschien chagrijnig? Dat is een beetje boos.”
Tenzin: “Ja, chagrijnig.”
Ramen en spiegels
Afgezien van de voordelen voor de geletterdheid, merkte ik opnieuw hoeveel plezier VTS-gesprekken in de klas kunnen geven. Ze creërden een positieve sfeer en de afbeeldingen werkten voor cursisten als ‘raam’ of als ‘spiegel’: de realiteit van anderen zie je door een raam of je ziet juist je eigen werkelijkheid terug in een spiegel. Emily Style's artikel Curriculum As Window and Mirror is inspirerend voor mij.[5] Wanneer iemands identiteit wordt weerspiegeld (het beeld als spiegel), kan het een positieve invloed hebben op trots en zelfvertrouwen en de identiteit van de cursist bevestigen. Ze zijn niet alleen de cursisten die hun thuisland hebben verlaten vanwege een verwoestende oorlog. Wanneer we een beeld als raam ervaren, krijgen we de kans deelgenoot te worden van de ervaringen en beeldtaal van anderen. We werken dan aan onze empathie en wederzijds begrip door in aanraking te komen met een onuitputtelijke diversiteit in sociale, culturele en historische contexten.
Ik wil alle leerlingen uit mijn groep van AKROS, taalschool in Amsterdam, bedanken voor hun bijdrage en het geven van toestemming voor het gebruik van hun citaten. Een aangepaste versie van dit artikel is verschenen in LES, nummer 221, tijdschrift voor NT2 en taal in het onderwijs, en wordt binnenkort gepubliceerd op vtshome.org.
Nanja Ruiter, docent Nederlands als tweede taal (NT2)
[1] https://vtshome.org/about/
{2] Kaya, M. (2020). The Impact of Visual Literacy Awareness Education on Verbal and Writing Skills of Middle School Students. International Journal of Education and Literacy Studies 8(2):71.
[3] https://vtshome.org/aesthetic-development/
[4] https://edtechbooks.org/language_acquisition/cooperative_learning_elementary_esl_classroom
[5] Style, E. (1988). Curriculum as window and mirror. Oak Knoll School monograph, Listening for All Voices.