VTS en het geschreven woord
Over de gelijkenissen tussen VTS en Close Reading
door Erica Meijerman
“Kunnen we onze eigen teksten ook VTS-en?” Deze vraag stelde een van mijn opdrachtgevers en die vraag kwam niet uit de lucht vallen. Eerder voerden alle 800 leidinggevenden uit de organisatie VTS-gesprekken onder begeleiding van VTS gespreksleiders. We onderzochten met hen, aan de hand van kunstwerken, hoe het is om naar ingewikkelde informatiestromen te kijken, samen te onderzoeken, langer stil te staan bij de eigen observaties en te merken hoe het is om (soms tegengestelde) waarnemingen van collega’s toe te laten in het eigen kijken, voelen en denken. Met deze ervaring in het achterhoofd kwam bovenstaand verzoek.
Geef ons een maan en we zien een gezicht, een lijn op papier en we zien een golf. Geef ons drie zinnen en we vermoeden een verhaal. Laat letters weg en we lezen toch woorden, schrijft kunstfilosoof Onno Zijlstra (Zijlstra, 2020). Hij stelt dat bij kunst en bij vele gebeurtenissen, activiteiten, theorieën, er altijd verbeelding is. Zijlstra concludeert dat verbeelding niet zonder waarneming kan en andersom. Als we waarnemen, komt onze verbeelding om de hoek kijken. Zo kunnen we ons verbeelden (dus in gedachte nemen, ons voorstellen) wat een kunstenaar wil vertellen met haar of zijn werk, waarom een dichter juist dit onderwerp koos en zelfs wat personen op een schilderij van plan zijn te gaan doen. Maar hoe zit dit bij ‘zakelijke’ teksten, die voor velen ronduit te droog, te taai en te moeilijk zijn? Kan VTS de deelnemers helpen deze teksten opnieuw waar te nemen en te verbeelden?
Ik vroeg me niet zozeer af of we gedichten of andere vrije teksten kunnen VTS-en, maar of VTS geschikt kan zijn voor werk dat een duidelijke functie heeft en waar een oordeel over goed en fout, geschikt of niet geschikt, gebruikelijk is. Het verzoek van de opdrachtgever zette mij aan het denken. Kunnen we hun juridische teksten met dezelfde onbevangenheid onderzoeken zoals we dat met kunstwerken deden? Is VTS de juiste methode om naar hun teksten te kijken of is het beter om Close Reading in te zetten? En wat is voor mij dan het verschil tussen deze twee?
VTS en Close Reading
In mijn zoektocht naar verschillen en gelijkenissen stuitte ik op verschillende artikelen. Close Reading werd in de artikelen beschreven als een methode waarbij deelnemers aandachtig lezen om vast te stellen wat expliciet in de tekst staat om daaruit logische conclusies te trekken. Het doel van Close Reading wordt omschreven als ‘het begrijpen van de kern van teksten en het genieten van complexe literatuurwerken’ (NGA Center & CCSSO, 2010). Close Reading is ‘een analytische betrokkenheid bij complexe teksten, waarbij de vorm kan verschillen’ (Cappello en Walker, 2016). Het onderzoek van Marva Cappello en Nancy Walker naar VTS en Close Reading in het onderwijs zet deze twee methoden naast elkaar om de gelijkvormigheid te onderzoeken. Zij concluderen dat zowel VTS als Close Reading kijkers aanzet tot het analyseren van complex werk, gebruikmakend van vragen gebaseerd op het werk, uitnodigen tot meerdere visies op het werk en uitnodigen om bewijs te zoeken voor de eigen beweringen. Cappello e.a. concludeerden daarnaast dat VTS en Close Reading beide een analytische betrokkenheid met complex werk zijn. Een andere overeenkomst is dat de twee methoden deelnemers vragen langduriger te kijken c.q. te lezen, waarbij deelnemers beweringen maken en beeld- of tekstbewijs gebruiken om hun eigen denken te rechtvaardigen ofwel te onderzoeken. Close Reading, net als VTS, wordt daarnaast ingezet om het gezamenlijk onderzoeken en leren te vergroten.
Dus waar zit het verschil tussen beide? Een belangrijk verschil komt voort uit het denken van Philip Yenawine. Hij waarschuwt voor het gebruik van materialen die gespecialiseerde kennis vereisen of zo specifiek zijn dat ‘er juiste antwoorden’ zijn en verkeerde interpretaties misleidend en intellectueel onjuist kunnen zijn (Yenawine, 2003). Close Reading kan worden ingezet in een proces waarbij het vinden van de ‘juiste’ antwoorden van belang is. Zo kunnen deelnemers in een sessie leren wat de kern is van de tekst en leren welke argumenten en interpretaties van de tekst meer waardevol zijn dan andere. En dat is waar de wegen van Close Reading en VTS zich scheiden. Bij VTS is het grote belang juist dat de ene interpretatie van het werk niet waardevoller is dan de ander.
Mijn conclusie in deze opdracht was, dat VTS en Close Reading alle twee een goede methode zouden kunnen zijn, vanwege de grote overeenkomsten. VTS en Close Reading, zou ik zelfs durven te stellen, delen meer overeenkomsten dan verschillen. Alleen het verschil van de weging van interpretaties vormt het cruciale verschil.
Terug naar de opdrachtgever
Op de vraag van de opdrachtgever of wij hun teksten kunnen VTS-en was het beste antwoord een tegenvraag: “Wat is het doel van de bijeenkomst: gezamenlijk vrij onderzoeken of komen tot de beste interpretatie van de teksten?”. Het antwoord van de opdrachtgever was dat zij een manier zochten waarop (1) hun medewerkers op een uitgebreide en zorgvuldige manier interpretaties maakten van de teksten en (2) medewerkers zorgvuldig gingen lezen, evalueren, speculeren en interpretaties rechtvaardigen. Kortweg: kunnen wij zonder oordeel samen leren? Het fenomeen ‘goed en slecht’ was juist wat de verdere ontwikkeling van de teksten in de weg stond.
Vanuit dit perspectief kozen wij voor VTS. En daarmee ook voor Close Reading. Omdat in bovenstaande vraag VTS en Close Reading in alle facetten samenvallen.
In de praktijk
In de praktijk hebben we met deelnemers VTS-gesprekken gevoerd op hun eigen geschreven woord. Op de taaie, deels juridische en niet voor iedereen even toegankelijke teksten. Als inleiding gebruikten we een tekst die niet van hen was. We zijn gestart met een citaat uit Zwarte huid, witte maskers van Frantz Fanon:
Toen ik op de wereld kwam wilde ik graag aan de dingen een betekenis ontfutselen, was mijn ziel vervuld van het verlangen om aan de basis van de wereld te staan, maar in plaats daarvan werd ik mezelf gewaar als object te midden van andere objecten.
En net als bij kunst werd de tekst door de deelnemers langs verschillende invalshoeken bekeken en besproken. Waar de een zich richtte op de inhoud, keek de ander naar de zinsopbouw en zocht men in gezamenlijkheid naar betekenis en helderheid. Door deze start leerden de deelnemers dat alle interpretaties en benaderingswijzen evenveel werden gewaardeerd.
Hun eigen teksten hebben we op dezelfde manier onderzocht. De deelnemers deelden tijdens het VTS-gesprek hoe zij de teksten waarnamen en zij begonnen zich te verbeelden hoe een tekst ook geschreven had kunnen worden. Of, welke interpretaties een lezer van buiten de organisatie zou kunnen doen. Maakten de deelnemers tijdens dit onderzoek opmerkingen over goed en slecht, duidelijk en onduidelijk, correct of niet correct? Absoluut. We lazen tenslotte werk dat door iemand persoonlijk of door een collega was gemaakt. En vanuit kwaliteitsoogmerk is het voor deze mensen dagelijkse kost om kritisch te kijken naar wat zij schrijven en elkaar daar op aan te spreken.
In bijeenkomsten als dit komt het op de deskundigheid van de VTS-gespreksleider aan: Hoe parafraseer ik het gezegde, stel ik een tweede vraag en zo ja, welke dan? Hoe houd ik openheid in het onderzoekende gesprek en hoe waardeer ik de wat de deelnemers inbrengen gelijk – hoe kritisch en voorschrijvend een opmerking van een deelnemer ook is?
Opbrengsten
Wat werd zoal gezegd in de bijeenkomsten? Hieronder een aantal voorbeelden die weergeven wat het voeren van een VTS-gesprek over een tekst in werking zet in de geest.
- Ik vond dat Fanon echt een te lange zin maakte. En nu zie ik dat in deze tekst ook weer terug. Ik vraag me af of deze zin voor onze klanten net zo moeilijk te lezen is als ik Fanon te lezen vond.
Dit citaat is een prachtig voorbeeld van hoe een deelnemer zich in de klant verplaatste en hoe de tekst van Fanon werkt in relatie tot het lezen van hun eigen werk.
- Ik lees de tekst en vraag me af hoe veel mensen aan deze tekst hebben geschreven. Dat zou net zo zijn als ik naar een schilderij kijk en me afvraag hoeveel mensen dit hebben gemaakt omdat ik verschillende stijlen bemerk.
Deelnemers onderzochten de coherentie van de tekst en ontdekten hoe vervreemdend het kan werken als je er verschillende schrijvers in ontwaart. Zo mijmerden deelnemers over de vraag wat dan een (begrijpelijke en aansprekende) tekst voor hen is.
- Ik vind de tekst inhoudelijk echt onbegrijpelijk. Vraag me ook af wat het doel van deze tekst. Onszelf beschermen of duidelijkheid te geven aan anderen. Volgens mij het eerste.
Dit citaat geeft een mooie, kritische reflectie weer op het eigen gedrag dat uit de tekst zou kunnen spreken. En demonstreert meteen het belang van de vrije ruimte die VTS biedt: het maakte het mogelijk om dit soort observaties openlijk met elkaar te delen.
Literatuurlijst
Cappello, M. & Walker, N.T. (2016). Visual Thinking Strategies: Teachers’ Reflections on Closely Reading Complex Visual Texts Within the Disciplines. The Reading Teacher, vol. 70, Literacyworld.org
Fanon, F. (2018). Zwarte huid, witte maskers. Uitgeverij Octavo Publicaties
National Governors Association Center for Best Practices & Council of Chief State School Officers (2010). Common Core State Standards for English language arts and literacy in history/ social studies, science, and technical subjects. Washington, DC: Authors
Vygotsky, L. (1978). Mind in society: The development of higher psychological processes (M. Cole, V. John-Steiner, S. Scribner, & E. Souberman, Eds. & Trans.). Cambridge, MA: Harvard University Press
Yenawine, P. (2003). Jump starting visual literacy: Thoughts on image selection. Art Education, 56(1), 6–12
VTS Nederland. Gevorderdentraining over framing
Zijlstra, O. (2020). Verbeelding. Over waarneming en kunst. Artez Press Arnhem