Hoe onze kijk op VTS verschoof
Van nadruk op het leren van de groep, naar de gespreksbegeleider
Door Adelijn van Huis
VTS Nederland bestaat 10 jaar. VTS is al die tijd hetzelfde gebleven maar mijn ideeen over de werking van VTS zijn veranderd. Deze ervaring hebben ook mijn collega’s Anita Gosschalk Liemburg, Ellie van de Bomen, Erica Meijerman – de mensen die VTS Nederland nu vertegenwoordigen. We hebben allevier geschreven over onze veranderde kijk op VTS, en daar heb ik uit geput voor dit artikel. Wat begon als een simpele tool voor kunstverbinding, groeide de afgelopen jaren uit tot een diepere les over menselijke verbinding. Van nadruk op het leerproces van de groep verschoof de aandacht naar het leren van de gespreksbegeleider.
Ellie vertelt dat het liefde op het eerste gezicht was toen zij in 2012 kennismaakte met VTS: het sloot zo mooi aan op mijn werk op dat moment; kunst toegankelijk maken voor kinderen en volwassenen. Dat was namelijk een lastige klus. Hoezeer we ook ons best deden om kunst te introduceren met verhalen en opdrachten, het kwam nauwelijks aan, kunst bleef buiten hun belevingswereld.
Voor mij, Adelijn, was het ‘vinden’ van VTS een grote opluchting. Ik voelde me met VTS meer op mijn gemak in mijn rol als begeleider van gesprekken over kunst. Ik experimenteerde al een tijd met ‘samen zoeken naar betekenis’, in plaats van te vertellen ‘hoe het zit’. VTS maakte kraakhelder dat het vormgeven van zo’n gesprek een activiteit is, dat een gespreksbegeleider een ‘gevulde’ rol heeft, ook als die zich niet inhoudelijk uitspreekt. Wat me bovendien aansprak was dat VTS gebaseerd was op onderzoek. In de VS was gebleken dat het kijken naar kunst met VTS ook denkvaardigheden bevordert bij kijkers, een opbrengst die voor het onderwijs aantrekkelijk is. VTS ging over het verbinden met kunst, maar ook over het verwerven van vaardigheden door de kijkers: kritisch denken, observatie- en communicatievaardigheden en (visuele) geletterdheid.
Een betere leraar
Door met anderen te werken en terug te horen welk effect VTS op hen en hun groep heeft, door scholing en reflectie op onszelf als gespreksbegeleider en trainer, is onze kijk op VTS verschoven. Regelmatig hoort Ellie dat VTS iets brengt waarvoor een leerkracht ooit voor het onderwijs koos. Een leraar licht toe dat leerlingen lol hebben in het samen puzzelen. Het creëert een groepsgevoel over hoe we met elkaar omgaan, met respect voor ieders mening. Je mag er zijn, je verhaal doet er toe, je wordt gehoord. Deze docent merkt dat VTS een bijdrage levert aan de sfeer in de klas, een van de effecten die VTS kan hebben.
Andere docenten geven terug dat ze tijdens een VTS gesprek op een andere manier verbinding maken met hun leerlingen. Ik word er een betere leerkracht door, één die meer ruimte geeft aan de kinderen om het zelf te verwoorden, zonder ze te snel te willen helpen met het ‘goede’ antwoord. Deze docent voelt zich competenter met VTS, het vult haar handelingsrepertoire aan.
Impliciete aannames
Het fenomeen, anderen te willen ‘helpen’ door het ‘juiste’ antwoord te vertellen, door het wel even op te lossen, is niet voorbehouden aan leerkrachten. Ook leidinggevenden, coaches, specialisten en ervaren medewerkers vertonen deze neiging. Hij past bij het traditionele docent- of leidercentrisch denken. Impliciet hebben we vaak het uitgangspunt dat de docent ‘het weet’ en de student niet. Een leerproces draait in deze opvatting over overdracht van kennis die de docent heeft en de student niet. Ook is het nodig om tot een juist antwoord te komen, en dat enige juiste antwoord bestáát ook en de docent kent het. VTS geeft mensen handvatten om zich anders op te stellen en spiegelt bestaande overtuigingen. Het stelt impliciete aannames ter discussie door een andere verhouding tussen gespreksleider en groep te installeren. VTS draait verhoudingen om. En we realiseren ons steeds beter dat dit een grote verschuiving is die op het niveau van uitgangspunten veel vraagt van een gespreksbegeleider.
Ruimtes om elkaar echt te ontmoeten
Wat behelst die andere houding, waarin je de ander ruimte laat? Anita beschrijft:
VTS bleek geen techniek te zijn, maar een uitnodiging om écht te kijken - niet alleen naar wat er is, maar ook naar wat er zou kunnen zijn. Door mijn eigen denkpatronen en aannames onder de loep te nemen, leerde ik anderen de ruimte te geven om hetzelfde te doen. Met VTS ontstonden er ruimtes waar mensen elkaar echt konden ontmoeten, waar gedachten konden stromen als een rivier die zijn eigen weg zoekt.
In de overdenking van Anita komt naar voren dat het begeleiden van VTS-gesprekken transformerend kan zijn voor de gespreksleider. Dat fenomeen hebben we gaandeweg steeds scherper in het vizier gekregen. VTS faciliteert een groep om een waarneembaar object samen te onderzoeken. De gespreksbegeleider neemt daarin een centrale positie in. Wij zien VTS nu als een werkwijze die het handelingsrepertoire en het reflecterend vermogen van de gespreksbegeleider vergroot, naast datgene wat VTS voor een groep kan betekenen.
Diep leren
VTS is nog steeds een technisch protocol. Deze technische kant is relatief eenvoudig: stilte, drie vragen, luisteren, parafraseren, aanwijzen, doorvragen, en opnieuw. Als je de vragen kent en weet wat je moet doen, kom je een eind. Maar het diepe leren begint dan pas. Kan je jezelf vragen blijven stellen? Tijdens het begeleiden van gesprekken, ervoor en erna. Als gespreksleider ben je onderdeel van het onderzoeken dat een VTS gesprek op gang brengt. Je hebt invloed op het gesprek met de keuzes die je maakt in parafraseren, in het stellen van de tweede vraag, de selectie van het werk waar je samen naar kijkt. Naast je vaardigheden en behendigheid, zijn ook je aannames, opvattingen en bijvoorbeeld mensbeeld medebepalend voor het maken van die keuzes.
Via zoiets eenvoudigs als een vaste vragenstructuur, een open houding en een specifieke rol, kom je als gespreksbegeleider de opvattingen tegen die je onbewust hebt, mits je daarvoor open staat. Onlangs zag ik dit in actie, toen een deelnemer licht ontzet reflecteerde op zijn ‘normale’ manier van vragen stellen: Ik probeer de mensen met wie ik werk te laten kijken zoals ik zelf kijk! Tijdens het gesprek, bij het kiezen van de tweede vraag, ‘wat zie je waardoor je zegt…’ merkte hij de drang op om die vraag te richten naar zijn eigen interesse en agenda. Hij pauzeerde, formuleerde de vraag opnieuw, ditmaal in lijn met de spreker. ‘Wat zie je waardoor je zegt dat deze figuur in het water zou kunnen staan?’ Hij vertelde achteraf dat hij anderen actief bevraagt, maar door de vraagstelling geef ik hen geen ruimte voor hun eigen manier van kijken.
De open blik zoeken
Ook Anita verwijst naar een proces van zelfreflectie als ze opmerkt dat VTS weerbarstig bleek. Mijn zelfverzekerdheid struikelde over onverwachte obstakels. Gewapend met zelfvertrouwen en ervaring stapte ik erin, niet wetend dat ik op het punt stond een les in nederigheid te leren. De eerste trainingen verliepen vlot en bevestigden mijn ideeën; ik dacht de methode te doorzien. Dat was mijn valkuil - VTS werd ongemakkelijk, stroef, frustrerend… VTS dwong me mijn ego opzij te zetten en opnieuw te leren kijken, luisteren, zijn… Perfect? Verre van. Soms struikel ik nog steeds over mijn eigen vooroordelen. Maar wat eerst een worsteling was, werd een bewuste keuze: de keuze om steeds opnieuw te beginnen, om telkens weer die open blik te zoeken.
De open houding, naar je eigen (voor)oordelen durven en willen kijken, en de geleerde vaardigheden kun je die elk gewenst moment inzetten, ook als je geen ‘heel’ VTS-gesprek voert. Bijvoorbeeld het zorgvuldige luisteren, waarbij je je eigen gedachten tijdelijk parkeert, of het doorvragen op de waarneembare aanknopingspunten waarop gedachten, ideeën of ervaringen stoelen. Parafraseren om te checken of je iemand goed begrepen hebt, kan op bepaalde momenten goed van pas komen – als je iemand niet volgt en irritatie voelt opkomen bijvoorbeeld. Het schept helderheid en je komt samen sneller tot de kern van een gedachte of uiteenzetting. Maar je leert ook om aanwezig te blijven en te luisteren, terwijl een ander iets verkondigt dat je verafschuwt. Daarvan getuigt het onderstaande voorbeeld van Erica. Ze beschrijft hoe zij zelf reageerde op iemand die de klimaatcrisis ontkende, in gesprek over het YouTube-filmpje van Gretha Turnberg waarin zij volwassenen aanklaagt in haar strijd tegen de klimaatcrisis.
“How dare you!”
…Bijna aan het einde van het gesprek zei iemand: “Er bestaat geen klimaatcrisis. Ze praat alleen maar onzin.” De uitdrukkingen op de gezichten van de deelnemers veranderden. Sommigen hapten naar lucht, anderen drukten hun reactie uit door te schudden met hun hoofd. En ik? Ik dacht: “Serieus! Geen klimaatcrisis?” Mijn oordeel kwam razendsnel. Ik keek de deelnemer aan en parafraseerde. Terwijl ik hem parafraseerde, voelde ik mijn eigen oordeel naar de achtergrond verdwijnen. Op mijn tweede vraag: “Je zegt dat Gretha onzin vertelt. Wat zag of hoorde je waardoor je zegt dat het onzin is?” De deelnemer vertelde dat hij zich had verdiept in de klimaatcrisis en gaf uitleg. Luisterend naar zijn toelichting vroeg ik mij af hoeveel verschillende perspectieven ik tot mij had genomen over dit onderwerp. Had ik de vraag “Wat zie of hoor je waardoor je zegt dat dit geen onzin is” kunnen beantwoorden?
Erica beschrijft dat het perspectief van de deelnemer haar tot verder onderzoek aanzette. Door haar opstelling in het gesprek bleef de menselijke verbinding intact. Ze luisterde en parafraseerde. Niet klakkeloos volgend, maar vragen stellend, aan de ander, aan zichzelf.
Het open einde van een VTS gesprek staat voor een groter open einde, waarin verschillende zienswijzen naast elkaar bestaan. En hoe verdraag je dat? Hoe kun je de ander respecteren en blijven onderzoeken in plaats van oordelen en buitensluiten? Na 10 jaar ervaring met VTS, hebben we helderder voor ogen wat dat vraagt, en op welk pad een gespreksbegeleider zich begeeft.